De wintersoldaat
Schrijver: Daniel Mason
Recensie geschreven door: Maud Rikkers – klinisch psycholoog en psychoanalytisch psychotherapeut.
Dit najaar las ik de roman ‘De wintersoldaat’ van Daniel Mason. Het boek is een prachtig geschreven liefdesverhaal en vanuit beroepsmatig oogpunt erg interessant. Het vertelt een verhaal over de gevolgen van (oorlogs)trauma, in relatie tot lichamelijke klachten die je wellicht vandaag de dag zou diagnosticeren als Functioneel Neurologische Stoornis (FNS).
De roman maakte mij nieuwsgierig naar de geschiedenis van diagnostiek en behandeling van FNS. Het artikel ‘A historical review of functional neurological disorder and comparison to contemporary models’ (Raynor & Baslet, 2021) biedt een wetenschappelijke context voor datgene wat in de roman naar voren komt. Door de eeuwen heen is FNS toegeschreven aan bovennatuurlijke oorzaken, bijvoorbeeld als straf van Griekse goden of de duivel. Later in de geschiedenis werd de oorzaak van de klachten toegeschreven aan het niet goed functioneren van voortplantingsorganen. Eind 19e eeuw en 20e eeuw komen mechanismen zoals conversie en dissociatie na psychische traumatische ervaringen aan bod. Tegenwoordig staan in de theorievorming de cognitieve en neurale netwerkmodellen centraal.
‘De wintersoldaat’ speelt zich af in de tijd van de 1e wereldoorlog. Een gruwelijke tijd met vele doden en oorlogsslachtoffers en de meest nare en onvoorstelbare letsels. De hoofdpersoon Lucius is een Weense student geneeskunde wiens enige praktische ervaring het verwijderen van oorsmeer is. Vanwege tekorten aan medisch personeel en zijn vurige wens nu eens echt te kunnen opereren, krijgt hij het voor elkaar te worden aangenomen als arts in het leger. Zijn romantische illusies over het vak worden al snel bijgesteld door de werkelijkheid. Hij moet, als onervaren arts, werken in een ijskoude kerk welke dienstdoet als veldhospitaal. De tyfus heerst en hij krijgt te maken krijgt met afschuwelijke verwondingen bij soldaten. Hij raakt verliefd op een vrouw die daar de scepter zwaait. Tot ver na de oorlog is hij in de ban van deze vrouw. Het is geen simpel verhaal van eind goed al goed. Maar daar kan je als lezer zelf je oordeel over vormen.
Hieronder staan wat fragmenten uit het boek waarin een beschrijving wordt gegeven van patiënten en (de zoektocht naar) verklaringsmodellen van hun klachten. Natuurlijk betreft het hier een literaire vertelling, die echter wel aansluit bij historische feiten en daarom interessant is.
Ze wendde zich weer tot de zwijgende soldaat. “Deze hier. Zullen we hem naar de kerk brengen?”
“Alstublieft, zuster”, zei Lucius.
“Diagnose?”
“Geen verwondingen? Dan noemen we het voorlopig Nervenshock, denk ik.”
“Ja, dokter. Daar dacht ik ook aan.”
Nerveuze shock: maar wat betekende dat eigenlijk? In Wenen had hij nog nooit van deze aandoening gehoord. Een nieuwe ziekte, ontstaan door de oorlog, hadden ze gezegd. Op de symptomen was geen peil te trekken: die leken te wijzen op beschadiging van de zenuwen, maar bij autopsie bleek niets daarvan. Er was geen overeenstemming over de oorzaak. Penetratie van de schedel door microscopische as-of metaaldeeltjes? Een luchtschudding? Het gevolg van doodsangst? Op de veldposten en in de regimentshospitalen konden ze het zelfs niet eens worden over een naam.
Granatkontusion. Granatexplosionslähhmung. Oorlogsbeleving. Oorlogsneurose. In het westen was het nog erger, zeiden ze: een epidemie, als een soort virus, die voor het eerst op Vlaamse grond de kop had opgestoken, en nu naar het oosten trok.
Feuermann hing een psychologische verklaring voor het letsel aan, dat de gruwel van de gevechten een verstoring in het hersenweefsel had veroorzaakt. Maar Lucius was hiermee niet tevreden. “De gruwel?”, antwoordde hij. “Sinds wanneer is dat een wetenschappelijke term? En een verstoring van het hersenweefsel?” Brosz en Berman hadden gezegd dat autopsie op de later overleden mannen niets aantoonde; hun hersens zagen er net zo uit als bij iedereen. Wat was het mechanisme, vroeg hij Feuermann. Oorlog en angst waren voortdurend in hun buurt geweest.
Maar dergelijke gevallen waren nooit eerder beschreven.
Het is net als het raadsel waarnaar we ooit onder de microscoop zochten, schreef Lucius, wetend dat zijn woorden wazig werden, maar hij kon niet anders. …Iets onderhuids, niet waar te nemen, wat erop wacht gevonden te worden.
En behandelingen, had hij toen gevraagd? Daarop moesten de twee heren lachen. Hoe behandel je iemand als je niet weet wat hij heeft? Maar hij was serieus en ze probeerden antwoord te geven. Veel mannen knapten op met gewoon rust. En de anderen…In het begin werden de ziekere gevallen terug naar Boedapest of Wenen gestuurd, voor revalidatie, wat maanden kon duren. Maar tegenwoordig waren er nieuwe behandelingen; elektriciteit die ter stimulering van de motoriek op de ledematen werd toegediend, en op de keel, om stomme soldaten aan het praten te krijgen. Het was niet duidelijk of de elektriciteit werkte omdat het hun bevroren spieren deed samentrekken of omdat het pijn deed, en hen bang maakte. Soms pasten ze het toe op de oogleden of testikels. Dr. Muck uit Essen had een metalen bal ontworpen die werd neergelaten in de keel van soldaten die hun spraak hadden verloren: het gevoel van verstikking deed hen kokhalzen, kokhalzen werd geluid, en geluid werd spraak. “Worden die mensen genezen?” “Ah, maar sinds wanneer was het ons doel ze te genézen? Ze moeten terug naar het front!”
Door de geschiedenis heen waren er theorieën over (on)zichtbaarheid van de aandoening in de hersenen, de rol die (heftige) emoties kunnen spelen bij FNS en de rol van suggestieve technieken in behandelingen ervan.
Raynor & Baslet noemen dat er vanaf de 19e eeuw sprake was van theorieën die nu nog klinisch relevant zijn. In het romanfragment wordt gesproken over de inzet van magnetisme en elektriciteit. Tegenwoordig wordt dit toegepast in experimenteel onderzoek naar effect van transcraniële magnetische stimulatie en elektroconvulsieve therapie bij FNS. De nogal barbaarse methode met de metalen bal van Muck doet denken aan de techniek van shaping bij mutisme: een patiënt laten hoesten en vanuit het geluid van hoesten met positieve bekrachtiging en suggestie verder werken aan het vormen van woorden om vervolgens weer te kunnen gaan praten.
Wat mij uit professioneel perspectief het meest trof in het boek zijn ethische aspecten die een rol spelen bij het behandelen. De behandelend arts liet persoonlijke motieven voorgaan boven het belang van de patiënt. Dit is een herkenbaar aspect van het behandelaarschap. Hoe ga ik om met gevoelens van falen en machteloosheid en bewijsdrang, bijvoorbeeld ten opzichte van collega’s? In ‘De wintersoldaat’ is het uiteindelijk de kracht van zorgzaamheid, vriendschap en liefde die centraal staat.
Voor eenieder die interesse heeft in literatuur, geschiedenis en geneeskunde, en voor iedereen die interesse heeft in de veelzijdigheid van FNS, is de roman zeker aan te bevelen.
Maud Rikkers is klinisch psycholoog en psychoanalytisch psychotherapeut en werkt in een eigen praktijk en bij het Specialistisch Centrum SOLK & Somatisch-Symptoomstoornissen, Dimence.
De wintersoldaat – Daniel Mason, Uitgeverij Hollands Diep, 2018
Raynor G, Baslet G. A historical review of functional neurological disorder and comparison to contemporary models. Epilepsy Behav Rep. 2021 Oct 7;16:100489
Bron: alknieuws.nl