Doodsangst als mogelijke oorzaak of gevolg van SOLK

Doodsangst als mogelijke oorzaak of gevolg van SOLK

Bron: artikel is afkomstig van solk.nl

De bewustwording van onze sterfelijkheid maakt ons kwetsbaar en kan leiden tot allerlei psychologische afweermechanismen. Doodsangst kan zowel bewust als onbewust bij iemand aanwezig zijn. Tien procent van de algemene bevolking is bovengemiddeld angstig voor de dood en vier procent heeft hevige doodsangst. Toch is primaire doodsangst lange tijd niet gezien als belangrijke oorzaak voor het ontwikkelen van psychische klachten en is er met name door filosofen in theoretische zin over geschreven. Klinisch onderzoek naar doodsangst in relatie met andere klachten/ziekten is schaars en vooral gericht op mensen met een terminale ziekte. Enkele jaren geleden verscheen een review waarin de rol van doodsangst wordt beschreven bij het ontwikkelen van onder andere angst-, depressieve- en obsessief compulsieve stoornissen (Iverach e.a. 2014).

Op basis van klinische intuïtie kan men vermoeden dat doodsangst ook een etiologische rol kan spelen bij de ontwikkeling van hypochondrie en/of somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK). De angst dat het lichaam er mee ophoudt of je in de steek laat zou kunnen leiden tot het ontwikkelen van allerlei klachten. Andersom kan het ervaren van al dan niet verklaarde lichamelijke klachten leiden tot angst voor verdere aftakeling en de dood.

Aangezien een mogelijke relatie tussen doodsangst en het ontwikkelen van SOLK nog niet was onderzocht hebben wij besloten een systematische review te verrichten van beschikbare literatuur (aan de Stegge e.a. 2018). Uiteindelijk voldeden zes studies over de associatie tussen doodsangst en hypochondrie en drie studies over de associatie tussen doodsangst en SOLK aan de inclusiecriteria. De resultaten van deze studies waren robuust wat betreft hun uitkomst: ze lieten allemaal een positieve associatie zien tussen doodsangst en hypochondrie of doodsangst en SOLK. De resultaten dienen echter voorzichtig geïnterpreteerd te worden vanwege de matige kwaliteit van de studies. Verder kunnen we ook geen conclusies trekken wat betreft causaliteit, gezien de cross-sectionele opzet van alle studies. In het artikel worden diverse doodsangstconcepten toegelicht, maar in de geïncludeerde studies zijn deze concepten weinig terug te vinden. We hebben het artikel afgesloten met verschillende suggesties hoe dit in de toekomst onderzocht zou kunnen worden.

Het is belangrijk om onderzoek te verrichten naar een mogelijke rol van doodsangst bij het ontwikkelen of instandhouden van SOLK, omdat belang wordt gehecht aan een gepersonaliseerde aanpak van SOLK. Een behandeling gericht op de belangrijkste instandhoudende factoren voor de klachten lijkt het meest effectief. Dit is bij iedere patiënt met SOLK weer anders, en doodsangst kan dus zo’n factor zijn. Als dit onvoldoende (h)erkend wordt, leidt dit tot een minder effectieve aanpak van de klachten, waardoor minder kans op herstel en/of eerder terugval in klachten.

Iverach, L., Menzies, R.G., Menzies, R.E. Death anxiety and its role in psychopathology: Reviewing the status of a transdiagnostic construct. Clinical Psychology Review 2014; 34(7): 580-593.

aan de Stegge, BM, Tak LM, Rosmalen JGM. Oude Voshaar RC. Death anxiety and its association with hypochondriasis and medically unexplained symptoms: A systematic review. J. Psychosom. Res 2018; 115: 58-65.