Effectieve behandeling van psychogene niet-epileptische aanvallen

Effectieve behandeling van psychogene niet-epileptische aanvallen

Bron: artikel is afkomstig van solk.nl

Psychogene niet-epileptische aanvallen (PNEA) zijn aanvallen waarbij er geen epileptiforme afwijkingen worden gezien tijdens gelijktijdige EEG registratie en waarbij er aanwijzingen zijn voor een onderliggend psychisch lijden. Het is de meest voorkomende vorm van conversiestoornis en de aanvallen zijn net zo invaliderend als epileptische aanvallen. Patiënten met PNEA komen vaak frequent terug op de polikliniek neurologie of op de spoedeisende hulp. Desondanks is er maar weinig onderzoek verricht naar een effectieve behandeling.

In een gerandomiseerd multicenter onderzoek werden verschillende behandelingen met elkaar vergeleken: een selectieve serotonineheropname remmer (sertraline),  specifiek op PNEA gerichte cognitieve gedragstherapie (CGT), CGT aangevuld met sertraline of een standaardbehandeling (‘treatment as usual’). De specifiek op PNEA gerichte cognitieve gedragstherapie was gebaseerd op eerder gegeven psychotherapie in een voorafgaande studie bij patiënten met PNEA, waarbij gebruik werd gemaakt van een voor PNEA patiënten aangepast werkboek voor epilepsiepatiënten.1,2 In het aangepaste werkboek wordt o.a. aandacht besteed aan disfunctionele gedachtes en gedrag, communicatie, interne en externe triggers en hoe controle krijgen over de aanvallen. De standaardbehandeling bestond uit uitleg van de diagnose aan patiënt en eventueel familie door een neuroloog, waarna follow-up en zo nodig afbouwen van anti-epileptica en een verwijzing naar een psychiater of psycholoog volgden.

Achtendertig patiënten werden ingedeeld voor een van de vier behandelingen en gedurende 16 weken gevolgd. Hiervan werden 34 patiënten uiteindelijk geanalyseerd. Primaire uitkomstmaat was de aanvalsfrequentie. Secundair werd o.a. gekeken naar psychosociaal functioneren, psychiatrische klachten en kwaliteit van leven. Data werden vanaf baseline, na twee, acht en 16 weken door voor de verschillende behandelingen geblindeerde onderzoekers verzameld. De CGT groep toonde een afname van 51.4% in aanvallen en een statistisch significante verbetering  wat betreft secundaire uitkomstmaten. De groep die daarbij ook medicatie kreeg had een afname van 59,3% in aanvallen en een minder grote verbetering van secundaire uitkomstmaten, mogelijk door bijwerkingen van de medicatie. Er werd geen statistisch significante afname in aanvalsfrequentie gezien bij de groep die alleen medicatie gebruikte (26,5%). De groep die de standaardbehandeling kreeg liet geen statistisch significante afname in aanvallen zien en ook geen verbetering in secundaire uitkomstmaten. De kans om aanvalsvrij te raken was 6,3 keer hoger bij de patiënten die CBT-ip kregen dan bij patiënten die dat niet kregen.

CGT met of zonder sertraline lijkt een significante aanvalsreductie en verbetering van psychiatrische comorbiditeit, kwaliteit van leven en het algemene functioneren te geven bij patiënten met PNEA. In de huidige praktijk worden patiënten meestal wel verwezen naar psycholoog of psychiater, maar zij maken daar uiteindelijk vaak geen gebruik van of er wordt alleen ondersteunende psychotherapie gegeven wat niet effectief is bij PNEA.1

Auteurs concluderen dat deze studie het toepassen van CGT ondersteunt en dat specifieke training van zorgverleners zinvol lijkt. Deze uitkomsten zijn echter gebaseerd op een klein aantal patiënten. Of deze veelbelovende resultaten gerepliceerd kunnen worden in een grotere populatie zou toekomstig onderzoek moeten uitwijzen.

1. LaFranceWC Jr,Miller IW, Ryan CE, et al. Cognitive behavioral therapy for psychogenic nonepileptic seizures. Epilepsy Behav. 2009;14(4):591-596.

2. Reiter JM, Andrews DJ. A neurobehavioral approach for treatment of complex partial epilepsy: efficacy. Seizure. 2000;9(3):198-203.

LaFrance WF, Baird GL, Barry JJ, Blum AS, Webb AF, Keitner GI et al. Multicenter pilot treatment trial for psychogenic nonepileptic Seizures. JAMA Psychiatry 2014; july