23 Jan Mythes over SOLK, een pleidooi voor een bredere benadering
Mythes over SOLK, een pleidooi voor een bredere benadering
Bron: artikel is afkomstig van solk.nl
De terminologie wat betreft somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK) wordt nog regelmatig ter discussie gesteld. Ook blijven er een paar hardnekkige mythes rondom SOLK bestaan. In dit artikel worden enkele van deze mythes verworpen en worden suggesties gedaan om SOLK vanuit een breder perspectief te benaderen.
Mythe 1: Bij SOLK is sprake van onderliggend psychisch lijden. Het aandeel patiënten dat naast SOLK een comorbide angst- of depressieve stoornis heeft stijgt evenredig met het aantal lichamelijke klachten dat ze hebben. De meeste patiënten met SOLK hebben echter maar enkele lichamelijke klachten en geen bijkomende angst- of depressieve stoornis.
Mythe 2: SOLK zijn hardnekkig, invaliderend en therapieresistent. De auteur verwijst wat betreft deze mythe naar een systematische review waaruit blijkt dat 50-70% van de SOLK verbeteren binnen een jaar. Slechts een kleine groep SOLK patiënten met veel verschillende klachten rapporteert aanhoudende klachten en beperkingen.
Mythe 3: SOLK hebben een andere etiologie dan organische klachten. Er is nog veel onbekend wat betreft risicofactoren voor het ontwikkelen van SOLK. Daarnaast gaan SOLK vaak gepaard met lichamelijke klachten die wel somatisch goed te verklaren zijn. Hierdoor is een duidelijk onderscheid tussen deze verschillende klachten en hun oorzaak niet goed mogelijk.
Een bredere benadering van SOLK. Een recente analyse van meerdere studies laat het belang zien van het meten van zowel somatische verklaarde klachten als SOLK. Het hebben van multipele lichamelijke klachten, ongeacht of deze somatisch al dan niet verklaard zijn, gaat namelijk gepaard met een slechtere gezondheidsstatus en hogere ziektekosten. Na correctie voor verstorende variabelen was de associatie met een verminderde gezondheid sterker voor het totale aantal lichamelijke klachten dan voor het aantal SOLK alleen (Tomenson B. e.a., 2013).
Er is nog te weinig bekend over allerlei risicofactoren die, in interactie met elkaar, prognostisch van belang zijn wat betreft gezondheidsstatus en gebruik van de gezondheidszorg, zoals het aantal lichamelijke klachten (verklaard en onverklaard), functionele syndromen, comorbide angst- of depressieve stoornis, of ziekteangststoornis. Het hebben van vele lichamelijke klachten blijkt bijvoorbeeld de behandelrespons bij een depressie negatief te beïnvloeden.
Samenvattend is het belangrijk om bij de evaluatie van het concept SOLK ook aandacht te hebben voor de invloed van het totale aantal lichamelijke klachten. Er is meer inzicht nodig in het ontstaan van deze klachten, somatisch verklaard danwel onverklaard, ervan uitgaande dat er overlap zal zijn.