PRAKTIJKERVARING: Maak geen haast, toch?

PRAKTIJKERVARING: Maak geen haast, toch?

Bron: artikel is afkomstig van solk.nl

Al gaat er soms veel tijd overheen, moet je geregeld je tong afbijten en wil je patiënt niets van jouw aanpak weten, toch heeft het zin om de moed niet op te geven en rustig het moment af te wachten waarop de patiënt open staat voor een andere blik op zijn klachten.

Je zult het maar hebben. Steeds opnieuw overvallen worden door lichamelijke klachten. Klachten die zo in de weg zitten dat je besluit er hulp voor te zoeken. Elke keer protesteert weer een ander deel van het lijf. Zo erg dat je bijna elke week bij de huisarts zit. Esther is net 22 jaar geworden. Zij volgt een MBO4 opleiding in de verpleging. Alleen al in 2017 bezoekt zij 15 keer mijn spreekuur. Kortademigheid, hoesten, buikpijn, pijn in diverse gewrichten, lage rugklachten, plasklachten, aanhoudend krachtsverlies in het been na een val met de scooter, hartkloppingen. Sinds 2013 worden meer dan 20 verschillende episoden gestart. Het valt mij op dat Esther haar lijden steeds verbaal presenteert, maar geen zichtbare lijdensdruk uitstraalt. Haar lijden is daarom voor mij moeilijk invoelbaar. Zelf blijft ze hardnekkig verlangen naar een medische verklaring voor de klachten, die haar zo hinderen. Vaak ontkom ik niet aan een verwijzing. Met onbehagen verwijs ik Esther binnen een jaar naar vijf verschillende somatische specialisten. Maandenlang klachten passend bij een sinusitis leidt tot een verwijzing naar de KNO-arts. Aanhoudend hoesten leidt tot een verwijzing naar de longarts. De reumatoloog kijkt mee naar de wisselende gewrichtsklachten. Alle specialisten komen tot somatische diagnosen en oplossingen. De KNO-arts opereert de holtes en de klachten verdwijnen. De longarts stelt mild astma vast en schrijft inhalaties voor, die best aardig werken. De reumatoloog komt tot de conclusie dat er sprake is van fibromyalgie. De neuroloog maakt een scan van de onderrug en de MDL-arts doet voor de zekerheid een coloscopie.

Bij mij slaat de twijfel toe. Ben ik nou de enige die denkt dat er meer aan de hand is dan een handvol co-existerende somatische diagnosen? De klachten zijn misschien niet somatisch onverklaard, maar in mijn ogen toch wel onvoldoende verklaard. Is Esther nu werkelijk geholpen bij haar klachten? Het voelt iedere keer erg onbevredigend dat het niet lukt om samen ook op een alternatieve manier naar haar klachten te kijken. Een enkele keer probeer ik haar te verleiden om eens met een praktijkondersteuner (POH)-GGZ te spreken om erachter te komen waarom haar lijf zoveel pijnlijke signalen afgeeft. Esther wil er niets van weten, ze is toch zeker niet gek?

En dan komt toch de omslag. Esther hoest al twee maanden. De haar bekende inhalaties geven geen verbetering. Aanvullend onderzoek (bloedonderzoek en X-thorax) laten geen afwijkingen zien. De voorgeschreven neusspray, codeïne, omeprazol en prednison bieden geen soelaas. Na twee keer een bezoek aan de huisartsenpost tijdens het weekend, zonder bevredigend resultaat, staat ze maandag radeloos voor onze balie. Ik heb die dag geen plek meer op mijn spreekuur, maar schrijf haar via de assistente een tablet oxazepam voor. Op dinsdagochtend zie ik haar. Ze heeft prima geslapen en voelt zich veel rustiger dan de laatste maanden. Nu pas hoor ik dat ze vaak paniekaanvallen heeft waardoor ze slecht slaapt. De paniek komt voort, zo vertelt ze, uit het feit dat haar lichamelijke klachten niet weg willen gaan en daardoor overheerst de angst dat de klachten alleen maar erger zullen worden.
Voor het eerst lukt het om te spreken over een mogelijk alternatief verklaringsmodel van haar klachten. Ik stel haar voor haar lichamelijke klachten eens te zien als het gevolg van een slecht functionerend ‘filter’. Een alarmsysteem dat te snel afgaat. In tegenstelling tot de vele consulten hiervoor accepteert Esther voor het eerst deze niet- somatische verklaring. “En wat moet ik daar dan aan doen?”, vraagt ze. “Dan moet je naar iemand toe die daar veel verstand van heeft, bijvoorbeeld onze POH-GGZ”, luidt mijn eenvoudige antwoord. Waar Esther eerder altijd een verwijzing naar de ggz afwijst, staat ze daar nu zomaar voor open. Mijn mond valt (figuurlijk) open. Waarom nu? Waarom niet eerder? In welk opzicht verschilt mijn consultvoering met de vorige keren.? Heb ik andere woorden gebruikt? Is er een magische tijdsgrens? Ik pieker me suf naar antwoorden. Als ik haar vraag naar het waarom, dan antwoordt zij dat ze het oprecht niet weet. Misschien komt het wel door haar huidige crisis.

Esther doet sinds enkele weken een kort programma bij de reumatoloog op de fibromyalgie-poli, en heeft inmiddels haar eerste gesprek gehad bij onze POH-GGZ. En het leuke is dat we beiden onze ‘blijdschap’ over deze stap niet onder stoelen of banken steken. Het laatste consult verloopt optimistisch en ontwapenend. Voor het eerst ervaar ik een oprecht en warm contact. Wat een doorbraak! Voor Esther én voor mij.

David Bentz van den Berg, huisarts.