Prevalentie en incidentie van prikkelbaredarmsyndroom en inflammatoire darmziekten bij stemmingsstoornissen: een systematische review en meta-analyse

Prevalentie en incidentie van prikkelbaredarmsyndroom en inflammatoire darmziekten bij stemmingsstoornissen: een systematische review en meta-analyse

Bron: artikel is afkomstig van ALKnieuws.nl

Auteur: Anne Geeke Lever

Irritable Bowel Syndrome, ofwel prikkelbaredarmsyndroom (PDS), en Inflammatory Bowel Disease (IBD), ofwel inflammatoire darmziekte, zijn twee condities waarbij het maagdarmstelsel is aangedaan en klachten als buikpijn, opgeblazen gevoel, diarree of verstopping kunnen optreden. Bij PDS is de functie van het maagdarmstelsel verstoord. Bij IBD is er sprake van een ontsteking van (een deel van) de darm, twee vormen zijn de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa.

PDS/IBD als risicofactor voor depressie
Uit wetenschappelijk onderzoek is bekend patiënten met PDS en/of IBD twee tot vier keer vaker een depressieve stoornis krijgen vergeleken met mensen in de algemene populatie. Ook een bipolaire stoornis komt vaker voor bij mensen met PDS en IBD. De hersen-darm-as geeft echter tweerichtingssignalen door, van zowel de darmen aan de hersenen als van de hersenen aan de darmen. Het is minder goed bekend of een stemmingsstoornis ook een risicofactor kan zijn voor het ontwikkelen van PDS/IDB.

Het doel van onderstaande studie was om te onderzoeken of een stemmingsstoornis ook een risicofactor is voor PDS/IBD (Nikolova et al., 2022). De auteurs deden een uitgebreide zoekopdracht in verschillende zoekmachines. Uiteindelijk bleken 18 studies aan alle selectiecriteria te voldoen, waarvan 11 met gegevens over PDS, vijf over IBD en twee over beide. Van deze studies zijn er 12 over PDS gebruikt voor een meta-analyse. De studies over IBD konden niet voor meta-analyse worden gebruikt wegens heterogeniteit in methodologie.

Depressie als risicofactor voor PDS
Uit de meta-analyse komt naar voren dat mensen met een depressie een verhoogd risico hadden op een comorbide PDS vergeleken met mensen zonder depressie. Dit risico was 2.4 keer verhoogd. Ook werd gevonden dat het risico op het ontwikkelen van een PDS bijna verdubbeld (1.9) was bij mensen met een depressie. Dit suggereert dat depressie een risicofactor kan zijn voor het hebben en ontwikkelen van PDS. De auteurs vermoeden dat een deel last heeft van bijwerkingen van antidepressiva, die mogelijk onterecht worden geduid als PDS. Gedegen onderzoek naar de relatie tussen medicatie, depressie en PDS ontbreekt echter.

Depressie als risicofactor voor IBD
Uit de review bleek dat het risico op het hebben en ontwikkelen van IBD verhoogd is bij mensen met een depressie. Bij mensen met IBD kwam zelfs tot vijf jaar voorafgaand aan de IBD-diagnose vaker een depressie voor. Volgens de auteurs kan dit resultaat op verschillende manieren verklaard worden. Ze suggereren dat depressie een risicofactor kan zijn voor IBD, maar ook dat depressie en IBD oorzakelijke factoren kunnen delen, bijvoorbeeld een stoornis van het immuunsysteem.

Het hebben van een bipolaire stoornis hing niet samen met PDS of IBD. De auteurs noemen als kanttekening dat er slechts een klein aantal studies beschikbaar was en dat er grote variatie in resultaten werd gezien. Ze pleiten voor verder onderzoek naar de relatie tussen een bipolaire stoornis en PDS/IBD.

Wat betekent dit voor de praktijk?
Concluderend laat dit onderzoek zien dat mensen met een depressie een verhoogd risico hebben op het hebben en ontwikkelen van darmaandoeningen. Dit zou volgens de auteurs gevolgen moeten hebben voor de klinische praktijk. Ten aanzien van psychologische behandeling voor depressie, suggereren ze om deze dusdanig te verruimen dat het lijf in het algemeen en darmklachten in het bijzonder hierin worden meegenomen. Ten aanzien van farmacotherapie voor depressie opperen de auteurs om rekening te houden bij met de bijwerkingen bij de keuze van een antidepressivum. Zo kunnen SSRI’s diarree veroorzaken en zijn ze hierdoor meer geschikt bij PDS met obstipatie, terwijl tricyclische antidepressiva eerder obstipatie veroorzaken en daarom gebruikt kunnen worden bij PDS met diarree. Meer transdiagnostisch denken en behandelen lijkt dus zinvol: psychotherapie en antidepressiva zijn namelijk ook bewezen effectieve behandelingen bij PDS. Tot slot suggereren de auteurs om meer onderzoek te doen naar dieetinterventies en hun rol in de behandeling, en mogelijk preventie, van comorbide darmproblematiek bij mensen met een depressieve stoornis.

De auteurs benoemen dat er in het gezondheidssysteem vaak een scheiding is tussen geestelijke en fysieke gezondheid, waardoor mensen met comorbide psychische en somatische ziekten niet de geïntegreerde zorg krijgen die ze eigenlijk nodig hebben. Een verhoogd bewustzijn onder clinici van de tweerichting relatie tussen depressie en PDS/IBD zou kunnen helpen om behandeling en uitkomsten daarvan te optimaliseren.

Anne Geeke Lever is GZ-psycholoog en onderzoeker bij het Specialistisch Centrum SOLK & Somatisch-symptoomstoornissen, Dimence, Deventer.

Nikolova VL, Pelton L, Moulton CD, Zorzato D, Cleare AJ, Young AH, Stone JM. The Prevalence and Incidence of Irritable Bowel Syndrome and Inflammatory Bowel Disease in Depression and Bipolar Disorder: A Systematic Review and Meta-Analysis. Psychosom Med. 2022 Apr 1;84(3):313-324.

Bron afbeelding: ‘A mind–body dualism portrait of Joanna Capon’ – Dapeng Liu (Gallery of New South Wales).