25 Jan Zelfhulpinterventies effectief bij SOLK
Zelfhulpinterventies effectief bij SOLK
Bron: artikel is afkomstig van solk.nl
Artsen vinden omgang met patiënten met somatisch onvoldoende verklaarde klachten (SOLK) vaak ingewikkeld, mede omdat behandelmogelijkheden binnen de somatische gezondheidszorg beperkt zijn. Het is aangetoond dat psychologische behandeling, zoals cognitieve gedragstherapie, de ernst van de klachten vermindert en de kwaliteit van leven verbetert. Psychologische behandeling is echter duur en bovendien niet altijd overal direct beschikbaar. Ook is er een lastig uit te roeien misverstand dat psychologische behandeling automatisch betekent dat SOLK ‘ingebeeld’ of ‘niet echt’ zijn. Mede door dit stigma wil een deel van de patiënten met SOLK niet voor een psychologische behandeling verwezen worden.
Zelfhulpinterventies zouden bovenstaande problemen kunnen verminderen. Zelfhulpinterventies zijn therapeutische interventies via tekst (op papier of via een website), audio of video, en grotendeels uitgevoerd zonder een therapeut. Ze zijn makkelijk beschikbaar, goedkoper dan face-to-face behandeling en vrij van het stigma van ‘naar een psycholoog moeten’. Met de huidige overzichtsstudie beoogden onderzoekers de vraag te beantwoorden of zelfhulpinterventies voor volwassenen met SOLK effectief zijn. Hiervoor werd in de wetenschappelijke literatuur gezocht naar gerandomiseerde trials waarin zelfhulpinterventies vergeleken werden met gebruikelijke zorg of een wachtlijst. Uitkomstmaten waren de ernst van klachten en kwaliteit van leven.
In totaal voldeden 18 studies aan de inclusiecriteria. De meeste studies focusten zich op patiënten met het prikkelbaredarmsyndroom en fibromyalgie of andere chronische pijn. Ook waren er studies naar het chronischevermoeidheidsyndroom en functioneel neurologische symptomen. Bij de meeste studies was er sprake van voornamelijk vrouwelijke patiënten van middelbare leeftijd met chronische SOLK. De zelfhulpinterventies verschilden in inhoud (vooral psychoeducatie versus componenten uit cognitieve gedragstherapie).
Uit een meta-analyse van de resultaten van deze studies bleek dat zelfhulpinterventies effectief waren. Direct na de zelfhulpinterventie was de ernst van de klachten statistisch significant verminderd en kwaliteit van leven statistisch significant hoger. Bij de studies die ook een follow-up meting hebben gedaan werden nog steeds dezelfde uitkomsten gezien.
Een opvallende bevinding was dat de mate van contact met een therapeut geen verschil maakte in de mate van het effect van de zelfhulpinterventies. De effect size van zelfhulpinterventies bij SOLK was zelfs groter dan de gevonden effect sizes in eerdere meta-analyses naar conventionele (face-to-face) psychologische behandeling bij SOLK (Kleinstauber, 2011; van Dessel, 2014). Als verklaring geven auteurs een mogelijk verschil in ernst tussen de klachten bij patiënten die geïncludeerd worden voor reguliere behandeling versus zelfhulpinterventies.
Kortom, zelfhulpinterventies lijken een veelbelovende toevoeging aan de behandelopties voor patiënten met SOLK. Toekomstig onderzoek zal zich ook moeten richten op welke patiënten het meest kunnen profiteren van een zelfhulpinterventies en welke aspecten van deze zelfhulpinterventies het meest geassocieerd zijn met verbetering.