
26 sep Een eeuw onderzoek naar hypnose bij functioneel neurologische stoornis

Een eeuw onderzoek naar hypnose bij functioneel neurologische stoornis
Bron: www.alknieuws.nl
Auteur: Lineke Tak.
Bij een functionele neurologische stoornis (FNS) kunnen klachten optreden zoals krachtverlies, verlamming, een doof gevoel in de huid, onwillekeurige bewegingen, cognitieve klachten of aanvallen/wegrakingen. De klachten komen door een verstoring in de samenwerking tussen hersengebieden en tussen hersenen en lichaam. Afhankelijk van het type FNS-klacht kan hypnotherapie – naast gespecialiseerde fysiotherapie en psychologische behandeling – een mogelijke behandeloptie zijn.
Wat is hypnose?
Hypnose is een proces waarbij iemand suggesties krijgt die veranderingen in waarneming, geheugen of handelen oproepen. Dit gebeurt vaak met een hypnotische inductie: een reeks aanwijzingen om iemand in een trance-achtige toestand te brengen. Zo’n inductie maakt mensen doorgaans gevoeliger voor suggesties. Voor een deel van de mensen zijn de ervaringen in trance krachtig en voelen ze onwillekeurig en vanzelfsprekend. Gesuggereerde ervaringen kunnen tijdelijk lijken op FNS-symptomen en zijn omkeerbaar. De overlap tussen hypnose en FNS is interessant: beide hangen samen met dissociatie en verhoogde suggestibiliteit. Ook hersenonderzoek toont overeenkomsten tussen FNS-symptomen en hypnotisch geïnduceerde symptomen. Er zijn grofweg twee toepassingen van hypnotherapie bij FNS: klachtgericht en inzichtgericht. In Nederland wordt tegenwoordig vooral met klachtgerichte hypnotherapie gewerkt.
Een review over een eeuw onderzoek
In een systematische review (Connors e.a., 2024) werd door de auteurs honderd jaar aan studies naar hypnose en suggestie bij FNS geëvalueerd. Er werden 35 studies gevonden, waaronder 5 gerandomiseerde trials. In totaal kregen 1584 patiënten hypnose of suggestie; 87% liet duidelijke verbetering of remissie zien. De interventies verschilden sterk, onder meer in setting (klinisch of ambulant), soort suggesties, aantal sessies en wel/geen combinatie met andere behandelingen.
Wat zouden we willen weten?
Toekomstig onderzoek moet beter uitzoeken 1. welke patiëntkenmerken de uitkomst beïnvloeden (bijvoorbeeld sekse, leeftijd, suggestibiliteit, hypnotiseerbaarheid, verwachtingen, type en duur van FNS klachten); 2. welke interventiekenmerken essentieel zijn (bijvoorbeeld soort inductie, type suggesties, duur, frequentie en intensiteit, combinaties met andere therapieën); en 3. in hoeverre de relatie tussen patiënt en behandelaar de resultaten mede bepaalt.
Conclusie
Hypnose en suggestie lijken effectief bij FNS, met hoge percentages verbetering in de gevonden studies ondanks de heterogeniteit in opzet. De meeste studies waren echter methodologisch (sterk) beperkt. Na een eeuw onderzoek is er dus nog steeds ook veel onbekend. Er zijn goed opgezette studies nodig om vast te stellen welke patiënten met FNS het meest baat hebben bij hypnotherapie en hoe deze het beste wordt toegepast. Zulke studies zijn lastig te organiseren en financieren, maar bij voorkeur worden ze opgezet in directe vergelijking met gespecialiseerde fysiotherapie en psychologische therapie. Zo zouden we bijvoorbeeld meer kennis kunnen opdoen over wat per patiënt met FNS de eerste keus is, en wanneer het zinvol is om over te stappen naar een andere behandeling.