08 mrt Electroconvulsietherapie bij Aanhoudende Lichamelijke Klachten (ALK) als experimentele behandeling
Electroconvulsietherapie bij Aanhoudende Lichamelijke Klachten (ALK) als experimentele behandeling
Bron: artikel is afkomstig van ALKnieuws.nl
Auteur: Birgit aan de Stegge
Zijn er experimentele behandelmethoden bij hardnekkige Aanhoudende Lichamelijke Klachten (ALK)? Wanneer behandelingen uit de zorgstandaarden, zoals (combinaties van) medicamenteuze, psychotherapeutische en/of lichaamsgerichte therapie, onvoldoende effect sorteren, of wanneer deze behandelingen niet mogelijk zijn of aansluiten, en klachten steeds verder uitbreiden en/of het functioneren van de patiënt verslechtert, kan gesproken worden van hardnekkige ALK.
Een bekende ‘last resort’ behandeling binnen de psychiatrie is electroconvulsietherapie (ECT). De meest voorkomende indicaties voor ECT, en zeker niet alleen als ‘last-resort’, zijn (psychotische) depressie, katatonie of schizofrenie. Wanneer bij een patiënt met een ernstige depressie psychotherapeutische en medicamenteuze behandeling geen effect hebben gehad, is er ongeveer 70% kans op herstel van klachten na behandeling met ECT.
Over een mogelijk effect van ECT bij hardnekkige ernstige ALK is weinig bekend. De theoretische rationale dat ECT effectief zou kunnen zijn bij ALK is een mogelijk effect op de insula. Dit is een gebied in de hersenen waar op een complexe manier allerlei zintuigelijke stimuli, zoals reuk, smaak, pijnprikkels en lichaamsbeleving samenkomen en al dan niet gekoppeld worden aan affectieve, emotionele functies.
Auteurs van onderstaand artikel hebben systematisch gezocht naar artikelen over toepassing van ECT bij patiënten met ALK, gepubliceerd in de periode 2010 – 2020 (Yahya & Khawaja, 2021). Zij vonden vier artikelen met gevalsbeschrijvingen, een artikel met een serie gevalsbeschrijvingen van 28 patiënten, en een artikel over een open longitudinale studie. De methodologische kwaliteit van de serie gevalsbeschrijvingen en de longitudinale studie werd als laag beoordeeld. Een samenvatting van hun bevindingen wordt hieronder beschreven:
Gevalsbeschrijving Borisovskaya (2017)
Een 55-jarige vrouw met een somatisch-symptoomstoornis (misselijkheid, buikpijn, 20 kg gewichtsverlies) en een ernstige depressie met suïcidaliteit wordt beschreven. De depressieve klachten namen af na de derde ECT sessie en na vijf ECT sessies namen de gastro-intestinale klachten af. Uiteindelijk was het resultaat na zeven ECT sessies: verbetering van depressie met een Beck Depression Inventory (BDI) van 56 naar 7 punten en sterke afname gastro-intestinale klachten. Bij follow-up na twee maanden waren de gastro-intestinale klachten afwezig.
Gevalsbeschrijving Gahr (2011)
Een 55-jarige man met een medische voorgeschiedenis van 30 jaar onderzoeken en operaties vanwege verscheidene ALK wordt beschreven. Sinds drie maanden psychologische en medicamenteuze behandeling waarna uiteindelijk start ECT. Na vijf sessies werd de ECT gestaakt vanwege het ontstaan van een hoge bloeddruk. Echter de ALK waren snel en significant afgenomen. Scores op verschillende meetinstrumenten voor zowel ziekte-angst als ALK waren sterk afgenomen. Deze verbetering was na vier maanden follow-up nog steeds aanwezig.
Gevalsbeschrijving Cooper (2016)
Een 70-jarige vrouw met sinds vier jaar buikpijnklachten waarbij ze ook een depressie ontwikkelde. Elders was ze inmiddels behandeld met zes sessies bitemporale ECT, hetgeen de eerste effectieve behandeling bleek voor haar buikklachten. Gedurende deze behandeling kreeg ze een toename van ECT-geïnduceerde geheugenproblemen. De buikklachten kwamen na enkele maanden retour. Voor herstart ECT scoorde ze op de Montreal Cognitive Assessment (MoCA) 18/30, waarop werd besloten tot unilaterale ECT, om verdere cognitieve achteruitgang proberen te voorkomen. Na acht sessies ECT verbeterde haar stemming aanzienlijk (BDI-score van 19 naar 5) en de buikklachten waren opnieuw geheel in remissie. Tijdens onderhoudsbehandeling ECT met een interval van drie weken kon medicamenteuze behandeling worden gestaakt, en de BDI-score werd 0. Na zeven maanden klachtenvrij te zijn geweest, kreeg ze weer buikklachten. Toen deze drie maanden invaliderend aanwezig bleven, werd besloten tot herstart van twee keer per week ECT. Na 11 sessies nam de pijn weer af, waarna opnieuw onderhoudsbehandeling ECT. Opvallend was de verbetering van cognitie: de MOCA steeg van 18 naar 23 punten na de eerste zes sessies, en tijdens onderhoudsbehandeling ECT werd dit 26.
Gevalsbeschrijving McGirr (2014)
Een vrouw van middelbare leeftijd met sinds 2,5 jaar een ‘burning mouth syndroom’ en daarnaast een depressie (Hamilton Depression Rating Scale (HDRS) score van 29) wordt beschreven. De pijn aan tong en mondholte scoorde ze 10/10 op een Visuele Analoge Schaal (VAS) en had tot veelvuldig spoedeisende hulp bezoek en ziekteverzuim geleid. Ze was afgevallenen had moeite met spreken, ondanks diverse behandelingen. Na 20 sessies ECT bereikte ze een VAS score van 2/10 en de HDRS daalde naar 6 punten. Er is geen follow-up informatie bekend bij de auteurs.
Serie gevalsbeschrijvingen Leong e.a. (2015)
Retrospectief dossieronderzoek bij 28 patiënten met klachten passend bij een somatisch-symptoomstoornis of verwante stoornis (bijvoorbeeld chronische pijnstoornis of functioneel neurologische stoornis) wordt beschreven. Alle patiënten hadden ook een ernstige depressie, waarvoor ze gemiddeld met drie antidepressiva en twee antipsychotica waren behandeld. Na behandeling met ECT (range 3 – 22 sessies) waren de lichamelijke klachten bij 22 van de 28 patiënten klinisch relevant afgenomen. Bij de meeste patiënten werd er ook een verbetering van de depressie gerapporteerd. Er is niet onderzocht of herstel van lichamelijke klachten gerelateerd was aan herstel van depressie.
Open label longitudinale studie: Chen e.a. (2017)
In dit onderzoek naar voorspellende factoren voor een positief effect van ECT bij 130 patiënten met een ernstige depressie, werd o.a. gekeken naar pijnklachten bij aanvang van ECT. De patiënten ondergingen maximaal 12 sessies bitemporale ECT. Geconcludeerd werd dat patiënten die pijnklachten ervaarden bij aanvang ECT minder kans hadden op een positief effect van ECT op de depressie. Dit was onafhankelijk van de ernst van de depressie. In dit artikel is niet beschreven of de pijnklachten door de ECT afnamen.
Concluderend kan er gesteld worden dat er op casuïstiek niveau aanwijzingen zijn dat ECT effectief kan zijn bij patiënten met ernstige ALK die niet of onvoldoende reageren op beschikbare evidencebased behandelingen. Dit komt overeen met aanwijzingen voor effectiviteit van ECT bij functioneel-neurologische stoornis, waarbij de methodologische kwaliteit van de beschikbare studies overigens ook als laag wordt beoordeeld (Schönfeldt-Leucona, 2016).
Helaas rust er nog steeds vaak een stigma op ECT bij mensen die hier niet mee bekend zijn, terwijl het beschouwd wordt als een veilige behandeling. Voor patiënten met hardnekkige en ernstige ALK, met name als er ook een bijkomende depressieve stoornis is, zou ECT overwogen kunnen worden als experimentele behandeling.
Yahya AS, Khawaja S. Electroconvulsive therapy as a treatment for somatization disorder. Prim Care Companion CNS Disord. 2021;23(3):20r02807
Schönfeldt-Lecuona C, Lefaucheur JP, Lepping P, Liepert J, Connemann BJ, Sartorius A, Nowak DA, Gahr M. Non-Invasive Brain Stimulation in Conversion (Functional) Weakness and Paralysis: A Systematic Review and Future Perspectives. Front Neurosci. 2016 Mar 31;10:140.